Artikel 1

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

1° « ADR » : het Europese verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, ondertekend te Genève op 30 september 1957, als gewijzigd;

2° « gevaarlijke goederen » : de in paragraaf 1.2.1 van het RID en het ADR als dusdanig gedefinieerde goederen die behoren tot de klassen 2, 3 behalve ontplofbare vloeistoffen in niet explosieve toestand van classificatiecode D, 4.1 behalve ontplofbare vaste stoffen in niet- explosieve toestand van classificatiecode D of DT, 4.2, 4.3, 5.1 behalve UNO-nummers 1942, 2067, 2426 en 3375, 5.2, 6.1, 6.2, 8 en 9 behalve UNO-nummer 3268.

Artikel 2 Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Voor het toepassen van de procedure die in dit besluit wordt geregeld, kunnen enkel de controle beambten belast met een mandaat van gerechtelijke politie en behorende tot de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer en de personeelsleden van het operationeel kader van de federale en lokale politie, alsook de controlebeambten van de Administratie der Douane en Accijnzen van de Federale Overheidsdienst Financiën bij de uitvoering van hun dienst, door de procureur-generaal bij het hof van beroep gemachtigd worden.

De wegcontroleurs bedoeld in artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1 februari 2023 betreffende de wegcontrole kunnen ook door de procureur-generaal bij het hof van beroep worden gemachtigd voor het toepassen van de procedure die in dit besluit wordt geregeld, en dit binnen de grenzen van hun bevoegdheden.

Artikel 2 Vlaams Gewest

Voor het toepassen van de procedure die in dit besluit wordt geregeld, kunnen enkel de controle beambten belast met een mandaat van gerechtelijke politie en behorende tot de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer en de personeelsleden van het operationeel kader van de federale en lokale politie, alsook de controlebeambten van de Administratie der Douane en Accijnzen van de Federale Overheidsdienst Financiën bij de uitvoering van hun dienst, door de procureur-generaal bij het hof van beroep gemachtigd worden.

Voor de toepassing van de procedure, vermeld in dit besluit, zijn ook de wegeninspecteurs, vermeld in artikel 16 van het decreet van 3 mei 2013 betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport, bevoegd.

Artikel 2 Waals Gewest

Voor het toepassen van de procedure die in dit besluit wordt geregeld, kunnen enkel de controle beambten belast met een mandaat van gerechtelijke politie en behorende tot de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer en de personeelsleden van het operationeel kader van de federale en lokale politie, alsook de controlebeambten van de Administratie der Douane en Accijnzen van de Federale Overheidsdienst Financiën bij de uitvoering van hun dienst, door de procureur-generaal bij het hof van beroep gemachtigd worden.

Artikel 3 Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Waals Gewest

Onder de voorwaarden gesteld in artikel 65 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968 en in artikel 4 bis van de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, kunnen de overtredingen die vastgesteld zijn op of langs de openbare weg en die in de bijlage van dit besluit opgesomd worden aanleiding geven tot inning van de som die in dezelfde bijlage voorkomt.

Als eenzelfde vervoer meer dan één voorschrift overtreedt, mag de totale gevorderde som niet meer dan 2.750 EUR bedragen. Deze som wordt teruggebracht tot 1.375 EUR wanneer de voorschriften van onderafdeling 1.1.3.6 « Vrijstellingen in samenhang met per transporteenheid uit bijlage A bij het ADR vervoerde hoeveelheden » kunnen worden toegepast.

Artikel 3 Vlaams Gewest

Onder de voorwaarden gesteld in artikel 65 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968 en in artikel 4 bis van de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, kunnen de overtredingen die vastgesteld zijn op of langs de openbare weg en die in de bijlage van dit besluit opgesomd worden aanleiding geven tot inning van de som die in dezelfde bijlage voorkomt.

Als hetzelfde vervoer meer dan één voorschrift overtreedt, mag de totale gevorderde som niet meer dan 5000 euro bedragen. Die som wordt teruggebracht tot 2500 euro als de voorschriften, vermeld in onderafdeling 1.1.3.6 van bijlage A bij het ADR, kunnen worden toegepast.

Artikel 4

§ 1. Voor de inning van een som wordt gebruik gemaakt van genummerde formulieren, die samengevoegd zijn in genummerde boekjes en die overeenstemmen met het model van bijlage 2 tot het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg. Indien tegelijkertijd verschillende overtredingen ten laste van een zelfde overtreder worden vastgesteld, noteert de bevoegde agent alle overtredingen op een zelfde formulier.

Voor het toepassen van de procedure van inning mag het formulier worden vervangen door een proces-verbaal indien de som niet werd geïnd op het ogenblik van de vaststelling van de overtreding.

§ 2. De betaling kan op de volgende manier geschieden :

1. Betaling in geld

1.1. De betaling in geld is slechts van toepassing op personen die geen woonplaats of vaste verblijfplaats in België hebben. Voor die betaling vult de bevoegde agent de stroken A, B en C van het formulier in, waarvan :

  • strook A dezelfde dag wordt verzonden aan het openbaar ministerie bij de bevoegde politierechtbank;
  • strook B aan het boekje gehecht blijft;
  • strook C aan de overtreder wordt overhandigd.

1.2. De som wordt betaald in euro met bankbiljetten en, in voorkomend geval, met munten van 1 of 2 euro.

2. Betaling met bank- of kredietkaart

2.1. De betaling met een bank- of kredietkaart is van toepassing op personen die al dan niet een woonplaats of vaste verblijfplaats in België hebben.

Voor die betaling vult de bevoegde agent de stroken A, B en C van het formulier in, waarvan :

  • strook A dezelfde dag wordt verzonden aan het openbaar ministerie bij de bevoegde politierechtbank;
  • strook B aan het boekje gehecht blijft;
  • strook C aan de overtreder wordt overhandigd met een bewijs van de uitvoering van de betaling.

2.2. De te innen som wordt steeds uitgedrukt in euro.

3. Betaling met overschrijving

3.1. De betaling met overschrijving is slechts van toepassing op personen die een woonplaats of vaste verblijfplaats in België hebben. Voor die betaling vult de bevoegde agent de stroken A, B en C van het formulier in, waarvan :

  • strook A dezelfde dag wordt verzonden aan het openbaar ministerie bij de bevoegde politierechtbank;
  • strook B aan het boekje gehecht blijft;
  • strook C aan de overtreder wordt overhandigd.

3.2. Een document met overschrijvingsformulier wordt aan de overtreder overhandigd tegelijkertijd met de strook C van het formulier of wordt tegelijkertijd met of na het afschrift van het proces-verbaal gestuurd. Dit document bevat de elementen die zijn opgenomen in het model voorzien in bijlage 3 van het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg. Het kan evenwel bijkomende inlichtingen bevatten.

In het geval voorzien in 3.1, wordt de gestructureerde mededeling op het overschrijvingsformulier hernomen op het formulier.

3.3. De betaling met overschrijving wordt uitgevoerd binnen een termijn van tien dagen te rekenen vanaf de in 3.2 bedoelde afgifte of verzending van het document.

3.4. De gestructureerde mededeling wordt vermeld in de mededeling van de overschrijving.

De datum van betaling door de bankinstelling dient als bewijs van de datum van betaling.

3.5. (Opgeheven)

3.6. De te innen som wordt steeds uitgedrukt in euro.

§ 3. De overtreder mag slechts van één betalingswijze toepassing maken

Artikel 5

§ 1 (Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Waals Gewest). Indien de overtreder geen woonplaats of vaste verblijfplaats in België heeft en de voorgestelde som niet onmiddellijk betaalt, is de per overtreding in consignatie te geven som dezelfde als de te innen som. Het totaal van de ter plaatse te consigneren sommen ten laste van een zelfde overtreder mag 2.750 EUR niet overschrijden.

§ 1 (Vlaams Gewest). Als de overtreder geen woonplaats of vaste verblijfplaats in België heeft en de voorgestelde som niet onmiddellijk betaalt, bedraagt de som die hij per overtreding in consignatie moet geven, evenveel als de te innen som. De totale som die dezelfde overtreder ter plaatse moet consigneren, mag niet meer dan 5000 euro bedragen.

§ 2. Voor de consignatie van een som wordt gebruik gemaakt van genummerde formulieren die samengevoegd zijn in genummerde boekjes en die overeenstemmen met het model van bijlage 2 tot het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg. Indien tegelijkertijd verschillende overtredingen ten laste van een zelfde overtreder worden vastgesteld, noteert de bevoegde agent alle overtredingen op een zelfde formulier.

§ 3. De procedure voorzien in artikel 4, § 2, 1 en 2, is van toepassing in geval van consignatie van een som.

§ 4. (Opgeheven)

Artikel 6

Wanneer een formulier voor inning of consignatie van een som ongeldig moet worden gemaakt, stelt de agent, die er houder van is, het ongeldig maken vast door middel van een gedagtekende en ondertekende vermelding op alle stroken van het formulier.

Artikel 7

De sommen in geld geïnd of in consignatie gegeven overeenkomstig de artikelen 4 en 5 worden minstens éénmaal om de twee weken gestort, op de postrekening van een rekenplichtige van de Administratie van de Belastingen over de toegevoegde waarde, registratie en domeinen.

Artikel 8

Alle bescheiden betreffende de inning of de consignatie van een som worden gedurende vijf jaar bewaard in de kantoren waartoe het in artikel 2 bedoelde personeel behoort.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Artikel 10

Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Financiën en Buitenlandse Handel, Onze Minister van Vervoer, Onze Minister van Justitie en Onze Staatssecretaris voor Veiligheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.


Bijlage. Lijst van de inbreuken en de te innen sommen (Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Waals Gewest)

Inhoud

1. Vervoerdocument en identiteitsbewijs
2. Keuringsdocument
3. Opleidingscertificaat van de chauffeur
4. Schriftelijke richtlijnen
5. Containerverpakkingscertificaat
6. Signalisatie voertuig / tank
7. Colli

7.1. markering en merkteken
7.2. etikettering
7.3. andere

8. Tanks

8.1. markering
8.2. andere

9. Losgestort vervoer
10. Vervoersverbod
11. Uitrusting
12. Bijzondere markering
13. Vrijstellingen
14. Andere voorschriften

Inbreuken Reglementering Te innen som
1. Vervoerdocument en identiteitsbewijs
1.1. geen enkele aanduiding over het gevaarlijke karakter van de vervoerde goederen 5.4.1.1.1 of 5.4.1.1.16 van bijlage A bij het ADR 1.650 €
1.2. onmogelijke identificatie van de goederen door gebrek aan gegevens of door tegenstrijdige gegevens bij het gebruik van tabel A 5.4.1.1.1 of 5.4.1.1.16 van bijlage A bij het ADR 550 €
1.3. niet mogelijk in gedrukte vorm voor te leggen 5.4.4.2 van bijlage A bij het ADR 275 €
1.4. de hoeveelheden ontbreken of zijn onvolledig 5.4.1.1.1 van bijlage A bij het ADR 275 €
1.5. de vermelding ’milieugevaarlijk’ ontbreekt of is onleesbaar 5.4.1.1.18 van bijlage A bij het ADR 55 €
1.6. andere ontbrekende gegevens Art. 7 van het koninklijk besluit van 28 juni 2009 betreffende het vervoer via de weg of per spoor van gevaarlijke stoffen, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen (hierna : het koninklijk besluit van 28 juni 2009)
5.4.1 van bijlage A bij het ADR
55 €
1.7. persoon die tot bemanning behoort heeft geen identiteitsbewijs met foto 1.10.1.4 van bijlage A bij het ADR 55 €
2. Keuringsdocument
2.1.
onbestaande 8.1.2.2 van bijlage B bij het ADR 1.100 €
2.2.
vervallen of niet geldig voor de vervoerde goederen 8.1.2.2 van bijlage B bij het ADR 550 €
2.3.
niet aanwezig maar geldig 8.1.2.2 van bijlage B bij het ADR 55 €
3. Opleidingscertificaat van de chauffeur
3.1. onbestaande 8.1.2.2 van bijlage B bij het ADR 1.100 €
3.2. vervallen of niet geldig 8.1.2.2 van bijlage B bij het ADR 550 €
3.3. niet aanwezig maar geldig 8.1.2.2 van bijlage B bij het ADR 55 €
4. Schriftelijke richtlijnen
4.1.
niet aanwezig, onleesbaar of onvolledig 5.4.3.4 van bijlage A bij het ADR 275 €
4.2.
niet in de voorgeschreven talen 5.4.3.2 van bijlage A bij het ADR 275 €
4.3.
niet op de voorgeschreven plaats 5.4.3.1 van bijlage A bij het ADR 55 €
4.4.
andere inbreuken 5.4.3 van bijlage A bij het ADR 55 €
5. Containerverpakkingscertificaat
5.1. niet aanwezig, onleesbaar of onvolledig 5.4.2 van bijlage A bij het ADR 550 €
5.2. niet mogelijk in gedrukte vorm voor te leggen 5.4.4.2 van bijlage A bij het ADR 275 €
6. Signalisatie voertuig/tank
6.1.
geen enkele signalisatie van het voertuig 5.3.2.1 van bijlage A bij het ADR 1.650 €
6.2.
UN nummer op oranje borden stemt niet overeen met de gegevens op het vervoerdocument 5.3.2.1 van bijlage A bij het ADR 550
6.3.
verkeerde gevaarcode op oranje borden 5.3.2.1 van bijlage A bij het ADR 550
6.4.
onvolledige signalisatie : één of meerdere oranje borden ontbreken 5.3.2.1 van bijlage A bij het ADR 550
6.5.
onvolledige signalisatie : één of meerdere grote etiketten ontbreken 5.3.1 of 5.1.3.1 van bijlage A bij het ADR 275
6.6.
één of meerdere grote etiketten voldoen niet aan die vermeld in kolom 5 van tabel A 5.3.1 of 5.1.3.1 van bijlage A bij het ADR 275
6.7.
voertuig met niet of onvoldoende afgedekte oranje borden en eventueel grote etiketten indien geen ADR vervoer 5.3.2.1.8 en/of 5.3.1.1.5 van bijlage A bij het ADR 275
6.8.
andere niet-conformiteit van de grote etiketten (onder meer de afmetingen) 5.3.1 van bijlage A bij het ADR 55
6.9.
andere niet-conformiteit van de oranje borden 5.3.2 van bijlage A bij het ADR 55
7. Colli
7.1. Markering en merkteken    
7.1.1.
het identificatienummer stemt niet overeen met de gegevens op het vervoerdocument 5.2.1.1 van bijlage A bij het ADR 550
7.1.2.
geen UN-markering (verpakking niet getest) 4.1.1.3 van bijlage A bij het ADR 550
7.1.3.
gebruik van een niet toegelaten verpakking (zie verpakkingsinstructies) 4.1.4 van bijlage A bij het ADR 550
7.1.4.
naam van het gas is verkeerd of ontbreekt (gasrecipiënt) 5.2.1.6 van bijlage A bij het ADR 550
7.1.5.
identificatienummer ontbreekt 5.2.1.1 of 5.1.3.1 van bijlage A bij het ADR 275
7.1.6.
de datum periodieke controle van de gasrecipiënt is vervallen 4.1.6.10 van bijlage A bij het ADR 275
7.1.7.
de datum periodieke controle van het IBC is vervallen 4.1.2.2 van bijlage A bij het ADR 275
7.1.8.
de gebruiksduur van bepaalde verpakkingen of IBC's is overschreden 4.1.1.15 van bijlage A bij het ADR 275
7.1.9.
"oververpakking" ontbreekt of niet in de voorgeschreven taal / de UN nummers, gevaarsetiketten ontbreken wanneer die op de verpakkingen van buitenaf niet zichtbaar zijn 5.1.2 van bijlage A bij het ADR 275
7.1.10.
Het merkteken « milieugevaarlijke stof » ontbreekt of is onleesbaar 5.2.1.8 of 5.1.3.1 van bijlage A bij het ADR 275
7.1.11.
andere niet-conformiteit van de markering of het merkteken 5.2.1, 6.1.3, 6.3.4, 6.5.2 of 6.6.3 van bijlage A bij het ADR 55
7.2. Etikettering    
7.2.1.
één of meerdere etiketten ontbreken 5.2.2.1.1 of 5.1.3.1 van bijlage A bij het ADR 250
7.2.2.
één of meerdere etiketten stemmen niet overeen met die vermeld in kolom 5 van tabel A 5.2.2.1.1 van bijlage A bij het ADR 250
7.2.3.
andere niet-conformiteit van de etikettering (onder meer de afmetingen en de etiketten op twee tegenoverliggende zijden van het IBC) 5.2.2 van bijlage A bij het ADR 50
7.3. Andere    
7.3.1.
de verpakking is niet gesloten (gevaarlijke stof niet tegengehouden) 4.1.1.1 van bijlage A bij het ADR 1.650
7.3.2. lekkende verpakking 4.1.1.1 van bijlage A bij het ADR 1.650
7.3.3. hoeveelheden niet gerespecteerd of vervorming van de verpakking die de stabiliteit of de veiligheid in het gedrang brengt 4.1.1.4 van bijlage A bij het ADR 1.100
7.3.4. samenverpakkingsregels niet gerespecteerd 4.1.10 van bijlage A bij het ADR 1.100
7.3.5. samenladingsregels niet gerespecteerd 7.5.2 van bijlage A bij het ADR 1.100
7.3.6. samenladingsregels niet gerespecteerd (eetwaren en dierenvoedsel) 7.5.4 van bijlage A bij het ADR 1.100
7.3.7. lading niet gestuwd of niet vastgezet op het voertuig 7.5.7 van bijlage A bij het ADR 1.100
7.3.8. kranen van gasrecipiënten niet conform 4.1.6.8 van bijlage A bij het ADR 550
7.3.9. lading is onvoldoende gestuwd 7.5.7 van bijlage A bij het ADR 550 €
7.3.10. onvoldoende stuwage van de container op het voertuig 7.5.7.4 van bijlage A bij het ADR 550 €
7.3.11. beschadigde verpakkingen 4.1.1.9 van bijlage A bij het ADR 275
7.3.12. andere niet-conformiteit 4.1, 6.1, 6.2, 6.3, 6.5, 6.6 of 7.2.4 van bijlage A bij het ADR 55 €
8. Tanks
8.1. Markering    
8.1.1.
markering ontbreekt of onvoldoende 6.7.2.20, 6.7.3.16, 6.7.4.15, 6.7.5.13, 6.8.2.5, 6.8.3.5 of 6.9.6 van bijlage A bij het ADR 275
8.1.2.
datum van de periodieke controle van de tank is vervallen 6.8.2.4.3 van bijlage A bij het ADR 275
8.2. Andere    
8.2.1.
stof niet toegelaten in tanks (zie kolom 10/12 van tabel A) 7.4.1 van bijlage A bij het ADR 1.650
8.2.2. tank niet gesloten of lek aan de tank of zijn uitrusting 4.3.2.3.3 van bijlage A bij het ADR 1.650
8.2.3. hoeveelheden niet nageleefd 4.2.1.9.1.1, 4.2.1.13.13, 4.2.1.19.2, 4.2.2.7, 4.2.3.6, 4.2.4.5, 4.2.5.2.3, 4.3.2.2, 4.3.3.2, 4.3.5, 4.4.2.1 of 4.5.2.1 van bijlage A bij het ADR 1.100
8.2.4. regel deelbelading 20% - 80% niet nageleefd 4.3.2.2.4 of 4.2.1.9.6 van bijlage A bij het ADR 1.100
8.2.5. tankcontainer voldoet niet aan de vereisten van de tankcode of de bijzondere bepalingen voor de vervoerde stof 4.2.1.1, 4.2.1.19.2, 4.2.2.2, 4.2.3.2, 4.2.4.2, 4.2.5.2.5 of 4.3.2.1 van bijlage A bij het ADR 550
8.2.6. onvoldoende stuwage van de container op het chassis 7.5.7.4 van bijlage A bij het ADR 550
8.2.7. buitengewone keuring niet uitgevoerd na herstelling, wijziging of ongeval 6.8.2.4.4 van bijlage A bij het ADR 550
8.2.8. afsluitinrichting van de tank niet gesloten 4.3.2.3.4 of 4.3.2.4.2 van bijlage A bij het ADR 275
8.2.9. andere niet-conformiteit met de tank 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.7, 6.7, 6.8, 6.9, 6.10 of 6.12 van bijlage A bij het ADR 55 €
9. Losgestort vervoer
9.1.
losgestort vervoer niet toegelaten 7.3.1.1 van bijlage A bij het ADR 1.650
9.2.
lek 7.3.1.3 van bijlage A bij het ADR 1.650
9.3. gevaarlijke stof niet toegelaten in dat type voertuig/ container 7.3.1.1 van bijlage A bij het ADR 550 €
9.4. losgestorte stof niet gelijkmatig verdeeld op de laadvloer 7.3.1.4 van bijlage A bij het ADR 550 €
9.5.
container die qua constructie niet geschikt is 7.3.1.13 van bijlage A bij het ADR 550
9.6.
stouwen van container op voertuig is onvoldoende 7.5.7.4 van bijlage A bij het ADR 550
9.7.
niet-conformiteit met de bijzondere bepalingen 7.3.3 van bijlage A bij het ADR 275
10. Vervoersverbod
10.1. vervoer van de gevaarlijke stof niet toegelaten 3.2 van bijlage A bij het ADR 1.650
11. Uitrusting
11.1.
brandblusser :
- met onvoldoende capaciteit;
- buiten dienst (manometer op nul, slang afgebroken, ...);
- niet-conform (gelijkvormigheidsmerkteken ontbreekt, geldigheidsdatum of controle datum is overschreden); - niet-geschikt voor alle brandbaarheidsklassen;
- afwezig.
8.1.4.1, 8.1.4.2, 8.1.4.3 of 8.1.4.4 van bijlage B bij het ADR 4.1 van bijlage bij het koninklijk besluit van 28 juni 2009 275
11.2.
ontsnappingsmasker voor noodgevallen ontbreekt 8.1.5.3 van bijlage B bij het ADR 275
11.3.
per ander ontbrekend element dan dat vermeld onder 11.2 8.1.5 van bijlage B bij het ADR 55
11.4.
andere niet-conformiteit met betrekking tot de brandblusser 8.1.4 van bijlage B bij het ADR 55
12. Bijzondere markering
12.1.
geen merkteken voor de stoffen op hoge temperatuur of voor de milieugevaarlijke stoffen of het merkteken is onleesbaar 5.3.3 of 5.3.6 van bijlage A bij het ADR 275
12.2.
geen verwittigingsignaal voor voertuigen of containers onder fumigatie of het verwittigingsignaal is onleesbaar 5.5.2 van bijlage A bij het ADR 275
12.3.
opschriften op de achterkant van de tank ontbreken 3.3 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 28 juni 2009 55
12.4. andere niet-conformiteit 5.3.3, 5.3.6 of 5.5.2 van bijlage A bij het ADR 55 €
13. Vrijstellingen
13.1.
de voorschriften onder hoofdstuk 3.4 of 3.5 worden niet nageleefd 3.4 of 3.5 van bijlage A bij het ADR 275
13.3.
er wordt niet voldaan aan de voorwaarden om gebruik te kunnen maken van de totale vrijstelling 1.1.3.1 van bijlage A bij het ADR 275
14. Andere voorschriften
14.1.
niet nageleefde beperking van de vervoerde hoeveelheden 7.5.5.3 van bijlage A bij het ADR 1.100
14.2. het rookverbod wordt niet in acht genomen of er wordt een niet-conform verlichtingsapparaat gebruikt 8.3.5 en 8.5 (S 2) van bijlage B bij het ADR 550
14.3. elektrische uitrusting of reminrichting is niet-conform of de connectoren zijn niet aangesloten tussen het motorvoertuig en de aanhangwagen 8.3.8, 9.2.2 of 9.2.3 van bijlage B bij het ADR 550
14.4. resten van stoffen van VG I op de buitenkant van de tank of de verpakking of het voertuig / container (bulk) 4.1.1.1, 4.3.2.3.5 of 7.3.1.8 van bijlage A bij het ADR 550
14.5. resten van stoffen van VG II of III op de buitenkant van de tank of de verpakking of het voertuig / container (bulk) 4.1.1.1, 4.3.2.3.5 of 7.3.1.8 van bijlage A bij het ADR 275
14.6. reiniging van het voertuig of container niet uitgevoerd (bij losgestort vervoer of wanneer gevaarlijk product uit colli is vrijgekomen) 7.5.8.1 of 7.5.8.2 van bijlage A bij het ADR 275
14.7. niet-conformiteit met betrekking tot het brandstofreservoir 1.1.3.3 van bijlage A bij het ADR 275
14.8. niet-conformiteit met betrekking tot de definitie van transporteenheid 8.1 van bijlage B bij het ADR 275
14.9. de bewaking van het voertuig ontbreekt 8.4 van bijlage B bij het ADR 275
14.10. niet-conformiteit m.b.t. de bijzondere bepalingen tijdens het transport 7.5.11 (CV1, CV14, CV20 t.e.m. CV28 en CV34 t.e.m. CV36) van bijlage A bij het ADR of 8.4 of 8.5 (S2 t.e.m. S4, S8 t.e.m. S10 en S13 t.e.m. S24) van bijlage B bij het ADR 275 €
14.11. niet-conformiteit met de definitie 'bemanning van het voertuig' 8.3.1 van bijlage B bij het ADR 55
14.12. niet nageleefde bijzondere bepalingen die van toepas- sing zijn op een welbepaalde stof of voorwerp 3.3 van bijlage A bij het ADR 55 €
14.13. andere niet-conformiteit met betrekking tot het voertuig deel 9 van bijlage B bij het ADR 55 €
Bijlage. Lijst van de inbreuken en de te innen sommen (Vlaams Gewest)
In rij 1.9 van de bijlage wordt de zin “De reële verblijfstijd ontbreekt op het vervoerdocument voor sterk gekoeld vloeibaar gemaakte gassen in tankcontainers.” vervangen door de zin “De reële verblijfstijd ontbreekt op het vervoerdocument voor sterk gekoelde vloeibaar gemaakte gassen in tankcontainers of mobiele tanks.