Artikel 1

Dit besluit is van toepassing op de taxameters onderworpen aan het koninklijk besluit van 12 december 1960 betreffende de taxameters en het koninklijk besluit van 13 juni 2006 betreffende meetinstrumenten.

Artikel 2

De taxameters bedoeld in artikel 1 van dit besluit worden op zodanige wijze geïnstalleerd dat de overeenstemming is gewaarborgd met de eisen van bovenvermelde besluiten en van dit besluit.

Artikel 3

§ 1. De geïnstalleerde taxameters moeten een herijk ondergaan door een hiervoor erkende keuringsinstelling.

Om het aanvaardingsmerk bij herijk te verkrijgen moeten de taxameters, na installatie, voldoen aan de voorschriften zoals bepaald in de bovenvermelde besluiten en aan de bijlagen van dit besluit.

§ 2. Een opschriftenplaatje met de informatie vermeld in bijlage 1, artikel 3, § 5, wordt door de installateur op een zichtbare plaats in het motorcompartiment van het voertuig aangebracht.

§ 3. Voorafgaand het gebruik van de taxameter brengt de keuringsinstelling de verzegelingmerken aan in overeenstemming met de bepalingen voorzien in bijlage 2 van dit besluit.

§ 4. De eerste herijk wordt uitgevoerd door een erkende keuringsinstelling na de installatie en vóór de indienststelling.

Artikel 4

De herijk bepaald in artikel 3 gebeurt om de vier jaar. Indien de geldigheid van het ijkmerk de vervaldag nadert, legt de gebruiker van de taxameter zijn werktuig aan een erkende keuringsinstelling voor om de herijk te laten uitvoeren.

Artikel 5

§ 1. Op het einde van de herijk, brengt de erkende keuringsinstelling de aanvaardingsmerken, de uitgestelde aanvaardingsmerken en de afkeuringsmerken aan zoals bepaald in hoofdstuk IV van Titel IIbis van het koninklijk besluit van 20 december 1972 houdende gedeeltelijke inwerkingtreding van de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de meetstandaarden en de meetwerktuigen, en tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van hoofdstuk II van deze wet, over de meetwerktuigen.

§ 2. De aanvaardingsmerken, geïdentificeerd door de letter "T", worden door de Metrologische Dienst afgeleverd tegen de prijs van 10 euro per merk.

Artikel 6

Om te worden erkend moeten de keuringsinstellingen geaccrediteerd zijn op basis van de norm NBN EN ISO/IEC 17020 als keuringsinstellingen type "A", "B" of "C".

De erkenningsmodaliteiten en de procedurevoorschriften met betrekking tot de erkenning zijn die welke zijn vastgelegd in het voornoemde koninklijk besluit van 20 december 1972.

Artikel 7

De erkenning betreft enkel de keuring van de installatie en niet de herstelling. Indien een taxameter moet worden hersteld, wordt hij na herstelling aan een nieuwe conformiteitsbeoordeling onderworpen.

Artikel 8

Iedere verbreking van een verzegeling of overtreding van de in dit besluit voorziene bepalingen zullen in overeenstemming met de behandeling van de overtredingen bepaald in de artikelen 24 en 26 van de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de meetstandaarden en de meetwerktuigen, bestraft worden.

Artikel 8/1

In afwijking van artikel 6 en gedurende een overgangsperiode die loopt tot 1 januari 2013 kunnen de keuringsinstellingen die een erkenningaanvraag hebben ingediend en waarvan het accreditatiedossier nog lopende is bij een accreditatie-instelling, een voorlopige erkenning verkrijgen, afgeleverd door de Metrologische Dienst, om herijkverrichtingen uit te voeren. De voorlopige erkenning is geldig tot ten laatste 1 januari 2013 en kan aan voorwaarden worden onderworpen.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011.

Artikel 10

De Minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.


Bijlage 1
Reglement voor de installatie en de controle van taxameters
Algemene bepalingen
Artikel 1

De taxameter, zoals gedefinieerd in de bijlage MI-007 van het koninklijk besluit van 13 juni 2006 betreffende meetinstrumenten, voldoet aan de bijlage I "Essentiële eisen" van hetzelfde besluit.

Meer bepaald,

hij beschikt over een geldige verzegeling en een geldige CE-markering;
hij bevindt zich in een goed onderhouden staat.

Specifieke bepalingen
Artikel 2

De taxameter voldoet, na installatie en tijdens het gebruik, aan de eisen van de bijlage MI-007 van het koninklijk besluit van 13 juni 2006 of aan de eisen van het koninklijk besluit van 12 december 1960 betreffende de taxameters.

Meer bepaald,

hij werd geïnstalleerd conform de instructies van de fabrikant en wordt aldus gebruikt;
hij wordt enkel gebruikt voor metingen conform aan zijn voorziene gebruik;
hij is geregeld en gecorrigeerd op zo een wijze dat de fouten zich zo dicht mogelijk bij nul bevinden.

De taxameter is opgevat om de prijs verhoogd per stappen van 0,10 euro te berekenen en aan te duiden.

Eisen voor de keuringsinstelling
Artikel 3

§ 1. Deze eisen zijn geldig bij iedere herijk.

§ 2. De keuringsinstelling verifieert dat de taxameter een geldige markering draagt en dat de verzegeling geldig is. Deze verzegeling is hetzij de verzegeling aangebracht door de aangemelde instantie die de evaluatie van de conformiteit overeenkomstig de bijlage F van het koninklijk besluit van 13 juni 2006 betreffende de meetinstrumenten uitgevoerd heeft, hetzij de verzegeling aangebracht door de fabrikant, voor zover deze werkt met een goedgekeurd kwaliteitssysteem in overeenstemming met bijlage D of H1 van hetzelfde besluit, hetzij de verzegeling van de Metrologische dienst in het kader van instrumenten bedoeld bij het koninklijk besluit van 12 december 1960 betreffende de taxameters.

§ 3. De maximaal toegelaten fout van de taxameter op de gemeten afstand is + 2 % en de maximaal toegelaten fout van de taxameter op de gemeten tijd is + 0,2 %, opgemeten onder de volgende omstandigheden :

het voertuig rijdt met een stabiele snelheid tussen 20 en 40 km/h;
het voertuig is voorzien van normale banden van een gemiddelde hoogte waarvan de druk conform is met deze voorzien door de fabrikant;
de taxi is gebouwd conform aan zijn gebruik, hij moet twee personen transporteren bestuurder inbegrepen.

§ 4. De keuringsinstelling registreert alle testresultaten in een rapport, waarvan een kopie zich in de taxi moet bevinden, dat de volgende gegevens bevat :

§ 5. Opschriftplaatje

Voor het gebruik van de taxameter moet de taxi voorzien zijn van een plaatje op het koetswerk onder de motorkap, op welke de volgende informatie is vermeld :

de maat van de banden van de taxi op het moment van de ijking;
het merk, het type en het serienummer van de taxameter;
het chassisnummer van de taxi;
de ijkingsdatum;
het licentienummer van de installateur van de taxameter;
de waarde k, constante van de taxameter.

De gegevens vermeld op het opschriftplaatje moeten leesbaar en onuitwisbaar zijn.

Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 28 september 2010 betreffende de installatie en de delegatie van de herijkverrichtingen van taxameters.

ALBERT
Van Koningswege :
De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen,
V. VAN QUICKENBORNE


Bijlage 2

Verzegelingen

De volgende onderdelen van taxameters zijn zodanig uitgevoerd dat zij door middel van een zegelmerk kunnen worden verzegeld :

1. de kast om het binnenwerk van de taxameter;
2. de kast van de aanpassingsinrichting;
3. de omhulsels van de elektrische onderdelen die de verbinding vormen tussen de opnemer van de taxameter en het overeenkomstige onderdeel waarvan het voertuig is voorzien ten behoeve van de aansluiting van het toestel, met inbegrip van de losse onderdelen van de aanpassingsinrichting;
4. de aansluitingen van de elektrische aansluitkabels bij een elektrisch aangedreven bedieningsorgaan van de taxameter,

In het certificaat van modelgoedkeuring of het certificaat van EG-typeonderzoek worden de plaats van de verzegelingen vastgesteld en, voor zover noodzakelijk, de aard en de vorm van de inrichtingen waarop deze verzegelingen kunnen worden aangebracht.

De verzegelingen aangebracht na de installatie van de taxameter dragen het toegekende erkenningsnummer van de keuringsinstelling als stempelmerk.

De verzegelingen moeten zodanig worden aangebracht dat het onmogelijk is zonder verbreking van de verzegeling wijzigingen aan te brengen in de taxameter waardoor de meeteigenschappen zouden kunnen worden gewijzigd.

Het verwijderen van de taxameter uit een taxi zonder verbreking van de verzegeling moet onmogelijk gemaakt zijn.

Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 28 september 2010 betreffende de installatie en de delegatie van de herijkverrichtingen van taxameters.

ALBERT
Van Koningswege :
De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen,
V. VAN QUICKENBORNE