HOOFDSTUK I. — Definities

Artikel 1

Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder :

« wet » : de wet van 19 mei 2010 houdende oprichting van de Kruispuntbank van de Voertuigen;

« identificatienummer van het voertuig » (VIN) : de alfanumerieke code die door de fabrikant aan een voertuig wordt toegekend om de adequate identificatie van elk voertuig mogelijk te maken;

« niet-gekend voertuig » : een voertuig dat nooit eerder werd ingeschreven in een repertorium van de voertuigen in België, overeenkomstig artikel 6 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen, of elders;

« gekend voertuig » : een voertuig dat geen niet gekend voertuig is;

« politiedienst » : de federale politie en de korpsen van de lokale politie;

« onder elektronische vorm naar een gecomputeriseerd gegevensbestand » : een elektronische manier om gegevens door te sturen, die nader zal worden bepaald door de beheersdienst, in overleg met de betrokken diensten.

HOOFDSTUK II. — De gegevenstypes die beantwoorden aan de doeleinden opgesomd in artikel 9, paragraaf 1 van de wet

Artikel 2

Volgende gegevens beantwoorden aan de doeleinden opgesomd in artikel 9, paragraaf 1, van de wet :

de gegevens vermeld op het goedkeuringscertificaat of het proces-verbaal van goedkeuring, overeenkomstig het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto’s, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, of overeenkomstig het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de bromfietsen, de motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen;

de gegevens vermeld op het gelijkvormigheidsattest of het certificaat van overeenstemming, overeenkomstig het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto’s, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, of overeenkomstig het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de bromfietsen, de motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen;

de gegevens vermeld op het formulier « aanvraag om inschrijving van een voertuig », overeenkomstig het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen;

de gegevens vermeld op het formulier « aanvraag om inschrijving onder commerciële kentekenplaat », overeenkomstig artikel 4 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 tot regeling van de inschrijving van de commerciële platen voor motorvoertuigen en aanhangwagens, met uitzondering evenwel van de gegevens vermeld in punt 4.3.1.4. en met toevoeging anderzijds van het inschrijvingsnummer bij de Kruispuntbank van de Ondernemingen alsook de activiteitscode en de functiecode die desgevallend door de Kruispuntbank van de Ondernemingen aan de aanvrager van de inschrijving werden toegekend;

de gegevens vermeld op het kentekenbewijs, overeenkomstig het ministerieel besluit van 23 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen;

de gegevens vermeld op het keuringsbewijs, overeenkomstig het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto’s, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen;

de gegevens vermeld op het tweedehandsrapport, overeenkomstig het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto’s, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen;

de gegevens vermeld op het vignet, overeenkomstig het koninklijk besluit van 27 december 1993 betreffende de verificatie van het regelmatig aanwezig zijn van motorrijtuigen voor wegvervoer;

Het koninklijk besluit van 27 december 1993 betreffende de verificatie van het regelmatig aanwezig zijn van motorrijtuigen voor wegvervoer is opgeheven en vervangen door het koninklijk besluit van 4 april 2014 betreffende de verificatie van het regelmatig aanwezig zijn van motorvoertuigen.

de gegevens vermeld op het vignet waarmee de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen aan de DIV meedeelt dat het betreffende voertuig zich onder een vrijstellingsregeling van rechten bij invoer en btw of van de btw alleen bevindt, meer bepaald onder de regeling tijdelijke invoer of onder een diplomatieke of daarmee gelijkgestelde regeling, overeenkomstig artikel 10 van het koninklijk besluit van 27 december 1993 betreffende de verificatie van het regelmatig aanwezig zijn van motorrijtuigen voor wegvervoer;

Het koninklijk besluit van 27 december 1993 betreffende de verificatie van het regelmatig aanwezig zijn van motorrijtuigen voor wegvervoer is opgeheven en vervangen door het koninklijk besluit van 4 april 2014 betreffende de verificatie van het regelmatig aanwezig zijn van motorvoertuigen.

10° de gegevens vermeld op het verzekeringsbewijs, uitgereikt ingevolge de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen en, indien de polis is verstreken, de datum waarop de dekking is geëindigd;

11° de gegevens vermeld op het document dat overeenkomstig artikel 4 van de wet van 11 juni 2004 tot beteugeling van bedrog met de kilometerstand van voertuigen, wordt afgeleverd;

12° de gegevens vermeld in artikel 19bis-6, 3° tot en met 5°, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen;

13° de seiningen verricht door de Belgische politie van chassisnummers, kentekenplaten en inschrijvingsbewijzen van gezochte voertuigen;

14° de informatie over de status van het voertuig, in het bijzonder zoals bedoeld in artikel 23sexies, paragraaf 1, 2°, d, en paragraaf 3, en in artikel 25 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto’s, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen;

15° het elektronisch signaal dat een bevestiging is van de verklaringen bedoeld in de artikelen 9.2.1, 9.3.1, 16.2.1 of 16.3.1, van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 tot regeling van de inschrijving van de commerciële platen voor motorvoertuigen en aanhangwagens;

16° de gegevens vermeld in het proces-verbaal van benaming, overeenkomstig het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto’s, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen;

17° de gegevens vermeld op het document « visuele keuring van het voertuig », overeenkomstig het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto’s, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen;

18° de identificatiegegevens van de natuurlijke of rechtspersonen die een voertuig, dat het voorwerp uitmaakt van een huurovereenkomst, op korte of lange termijn huren en de identificatiegegevens van de gebruikelijke bestuurder van voornoemd voertuig.

HOOFDSTUK III. — Bewaring

Artikel 3

De in de Kruispuntbank verwerkte gegevens worden bewaard tot op het ogenblik dat het voertuig waarop de gegevens betrekking hebben, wordt geschrapt uit de Kruispuntbank overeenkomstig artikel 32 van de wet.

Na het verstrijken van deze bewaringstermijn worden de gegevens gecodeerd overeenkomstig hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. Deze gecodeerde gegevens worden bewaard gedurende 30 jaar. Na het verstrijken van deze termijn van 30 jaar, worden de gegevens geanonimiseerd overeenkomstig hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.

HOOFDSTUK IV. — Natuurlijke of rechtspersonen betrokken bij de werking van de Kruispuntbank

Artikel 4

Volgende rechtspersonen worden betrokken bij de werking van de Kruispuntbank en belast met de vervulling van een of meerdere van de in artikel 5 van de wet opgesomde doeleinden :

de VZW Groepering van erkende Ondernemingen voor Autokeuring en Rijbewijs, in de mate dat zij actief ondersteuning biedt en bijdraagt tot :

  • het mogelijk maken van de technische keuring van voertuigen;
  • het bestrijden van bedrog met de kilometerstand van voertuigen door het verlenen van medewerking aan de vzw Car-Pass.

In die zin biedt de Groepering van erkende Ondernemingen voor Autokeuring en Rijbewijs VZW een platform aan aan de instellingen erkend overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 23 december 1994 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en de regeling van de administratieve controle van de instellingen belast met de controle van de in het verkeer gebrachte voertuigen, om de gegevensuitwisselingen tussen deze instellingen en de Kruispuntbank te helpen verwezenlijken.

De VZW Febiac, in de mate dat zij actief ondersteuning biedt en bijdraagt tot :

  • het vergemakkelijken en ondersteunen van de ontwikkeling van een doeltreffend mobiliteitsbeleid met het oog voor veiligheid en leefmilieu;
  • het mogelijk maken van het globaal beheer van het voertuigenpark, met inbegrip van de afgedankte voertuigen;
  • het vergemakkelijken van de inschrijving van de voertuigen;
  • het verbeteren van de bescherming van de consument;
  • het opmaken van globale en naamloze statistieken;
  • het terugroepen van voertuigen in geval van risico voor de verkeersveiligheid.

In die zin werkt de VZW Febiac actief mee aan de uitwisseling van de gegevens vermeld in artikel 7, eerste lid en tweede lid, van de wet, tussen enerzijds de voertuigfabrikanten en de natuurlijke en rechtspersonen die voertuigen invoeren, intracommunautair verwerven of intracommunautair overbrengen, die lid zijn van de VZW Febiac, en anderzijds de beheersdienst.

Assuralia, beroepsvereniging van de verzekeringsondernemingen als vertegenwoordiger van de verzekeringssector, in de mate dat zij actief ondersteuning biedt en bijdraagt tot :

  • de controle op de verzekeringsplicht van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid waartoe de motorvoertuigen en aanhangwagens aanleiding kunnen geven;
  • de mededeling van de identiteit van de verzekeringsmaatschappijen, die de burgerrechtelijke aansprakelijkheid dekken ten gevolge van het gebruik van elk van de voertuigen in geval van een verkeersongeval, aan de daarbij betrokken personen;
  • de controle door de bevoegde overheden van de reglementering inzake het beheer van voertuigen, afgedankt ingevolge een ongeval.

In die zin werkt Assuralia actief mee aan de uitwisseling van gegevens met het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds inzake verzekeringsdekking (conform artikel 19bis-6 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen), alsook de uitwisseling van gegevens met de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer inzake voertuigen na ongeval (conform artikel 23sexies, paragraaf 3, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen), die op hun beurt gegevens inzamelen en actualiseren die deel uitmaken van de Kruispuntbank.

Informex NV die, als informatieplatform over voertuigen die het voorwerp uitmaken van een ongeval, actief ondersteuning biedt en bijdraagt tot :

  • de veiligheid, en het verbeteren van de bescherming van de consument (bijvoorbeeld door diensten te leveren inzake de begroting van de schade aan voertuigen na een ongeval, het opstellen van statistieken van voertuigongevallen, de meedeling van informatie over voertuigen na een ongeval aan de overheid, en de bestrijding van fraude aan de voertuigverzekering en de bescherming van de veiligheid van voertuigen);
  • het globaal beheer van het voertuigenpark mogelijk te maken, met inbegrip van afgedankte voertuigen (bijvoorbeeld door diensten te leveren inzake de begroting van de schade aan voertuigen na een ongeval, het ter beschikking stellen van methodes om voertuigen die het voorwerp uitmaken van een expertise publiek te verkopen, het opstellen van statistieken van voertuigongevallen, en de meedeling van informatie over voertuigen na een ongeval aan de overheid);
  • het mogelijk maken van de technische keuring van voertuigen na een ongeval (bijvoorbeeld door diensten te leveren inzake de begroting van de schade aan voertuigen na een ongeval, en de meedeling van informatie over voertuigen na een ongeval aan de overheid);
  • de controle door de bevoegde overheden van de reglementering inzake het beheer van voertuigen, afgedankt ingevolge een ongeval;
  • het vermijden van fraude aan de voertuigverzekering.

De VZW Federauto, als vertegenwoordiger van de professionele sector van de handel in en de reparatie van motorvoertuigen, in de mate dat zij, onder bepaalde voorwaarden en onder toezicht van de beheersdienst, kan voorzien in de oprichting van een platform belast met de uitwisseling van gegevens betreffende de homologatie van voertuigen en voertuigonderdelen tussen de Kruispuntbank en de professionele sector van de handel in en de reparatie van motorvoertuigen.

De VZW Febelauto, in de mate dat zij actief ondersteuning biedt en bijdraagt tot :

  • het vergemakkelijken en ondersteunen van de ontwikkeling van een doeltreffend mobiliteitsbeleid met het oog voor veiligheid en leefmilieu;
  • het mogelijk maken van het globaal beheer van het voertuigenpark, met inbegrip van de afgedankte voertuigen;
  • het opmaken van globale en naamloze statistieken;
  • de controle door de bevoegde overheden van de reglementeringen inzake het beheer van afgedankte voertuigen.

In die zin werkt de VZW Febelauto actief mee aan de uitwisseling van de gegevens vermeld in artikel 7, vierde lid, van de wet, tussen enerzijds de erkende centra voor afgedankte voertuigen en anderzijds de beheersdienst.

De VZW Renta, de Belgische Federatie van Voertuigen Verhuurders, in de mate dat zij actief ondersteuning biedt en bijdraagt tot :

  • het mogelijk maken van de opsporing, de strafrechtelijke vervolging en de strafuitvoering van de misdrijven;
  • de uitvoering van de opdrachten van de politie over het wegverkeer en de verkeersveiligheid, met inbegrip van de veiligheid van de motorvoertuigen en aanhangwagens te vergemakkelijken;
  • het vergemakkelijken van de uitvoering door de politiediensten van hun opdracht van administratieve politie;
  • het vergemakkelijken van de inning van belastingen, retributies, of vergoedingen voor het parkeren van voertuigen.

De nationale contactpunten in het bijzonder met het oog op :

  • Het mogelijk maken van de opsporing, de strafrechtelijke vervolging en de strafuitvoering van de misdrijven;
  • Het vergemakkelijken van de uitvoering van de opdrachten van de politie over het wegverkeer en de verkeersveiligheid, met inbegrip van de veiligheid van de motorvoertuigen en aanhangwagens;
  • Het vergemakkelijken van de inning van belastingen, retributies, of vergoedingen voor het parkeren van voertuigen;
  • Het opleggen van administratieve sancties mogelijk te maken.

Voor onderzoek naar verkeersveiligheids-gerelateerde verkeersovertredingen ter uitvoering van Richtlijn 2011/82/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 ter facilitering van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over verkeers-veiligheidsgerelateerde verkeersovertredingen, of van internationale verdragen inzake de grensoverschrijdende uitwisseling van gegevens met het oog op het identificeren van personen die ervan verdacht worden inbreuken te hebben begaan in het kader van het gebruik van de weg, verlenen de nationale contactpunten elkaar toegang tot hun gegevens met betrekking tot voertuigen en de eigenaar of houder van het voertuig, opdat het land van overtreding zou kunnen vaststellen wie persoonlijk aansprakelijk is voor de verkeersveiligheidsgerelateerde verkeersovertreding. In die zin verleent het Belgisch nationaal contactpunt de nationale contactpunten van het land van overtreding, toegang tot de gegevens uit het repertorium van de voertuigen zoals bepaald in de artikelen 6, 7, 8 en 9 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen en zoals opgesomd in de bijlage.

Artikel 5

De in artikel 4 opgesomde natuurlijke en rechtspersonen worden voor de toepassing van de wet en haar uitvoeringsbesluiten beschouwd als diensten die behoren tot het netwerk.

Ze zijn eveneens vrijgesteld van een voorafgaande machtiging van het Sectoraal Comité voor de gegevens die zij nodig hebben voor de verwezenlijking van de in artikel 4 opgesomde doeleinden.

HOOFDSTUK V. — De diensten belast met het verzamelen van de gegevens

Artikel 6

§ 1. De beheersdienst verzamelt volgende gegevens :

de gegevens van het repertorium van de voertuigen bepaald in artikel 7 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen;

de gegevens van het repertorium van de commerciële kentekenplaten bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 tot regeling van de inschrijving van de commerciële platen voor motorvoertuigen en aanhangwagens;

de gegevens vermeld op het formulier « aanvraag om inschrijving van een voertuig », overeenkomstig het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen;

de gegevens vermeld op het formulier « aanvraag om inschrijving onder commerciële kentekenplaat », overeenkomstig artikel 4 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 tot regeling van de inschrijving van de commerciële platen voor motorvoertuigen en aanhangwagens, met uitzondering evenwel van de gegevens vermeld in punt 4.3.1.4. en met toevoeging anderzijds van het inschrijvingsnummer bij de Kruispuntbank van de Ondernemingen alsook de activiteitscode en de functiecode die desgevallend door de Kruispuntbank van de Ondernemingen aan de aanvrager van de inschrijving werden toegekend;

de gegevens vermeld op het kentekenbewijs, overeenkomstig het ministerieel besluit van 23 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen;

de gegevens vermeld op het goedkeuringscertificaat of het proces-verbaal van goedkeuring, overeenkomstig het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, of overeenkomstig het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de bromfietsen, de motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen;

de gegevens vermeld op het gelijkvormigheidsattest of het certificaat van overeenstemming, overeenkomstig het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, of overeenkomstig het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de bromfietsen, de motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen;

de gegevens vermeld in het proces-verbaal van benaming, overeenkomstig het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen.

§ 2. De beheersdienst bewaart de gegevens vermeld in de artikelen 14, 15, 16 en 17.

Artikel 7

De instellingen erkend overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 23 december 1994 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en de regeling van de administratieve controle van de instellingen belast met de controle van de in het verkeer gebrachte voertuigen, verzamelen volgende gegevens :

de gegevens vermeld op het keuringsbewijs, overeenkomstig het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen;

de gegevens vermeld op het tweedehandsrapport, overeenkomstig het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen;

de gegevens vermeld op het document « visuele keuring van het voertuig », overeenkomstig het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen.

Artikel 8

Het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds, erkend bij koninklijk besluit van 12 april 2004 krachtens artikel 19bis-2 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, verzamelt volgende gegevens :

de gegevens vermeld in artikel 19bis-6, 3° tot en met 5°, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen;

de gegevens vermeld op het verzekeringsbewijs, uitgereikt ingevolge de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen en, indien de polis is verstreken, de datum waarop de dekking is geëindigd.

Artikel 9

De VZW CAR-PASS aangeduid bij koninklijk besluit van 4 mei 2006 tot erkenning van de vereniging belast met de registratie van de kilometerstand van voertuigen, verzamelt de gegevens vermeld op het document dat overeenkomstig artikel 4 van de wet van 11 juni 2004 tot beteugeling van bedrog met de kilometerstand van voertuigen, wordt afgeleverd.

Artikel 10

Onverminderd de toepassing van de machtigingsvereiste onder de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, verzamelt de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken de identificatiegegevens van de natuurlijke personen die als eigenaar van een voertuig in de Kruispuntbank of als titularis van een inschrijving in het repertorium van de voertuigen, zijn geregistreerd.

Artikel 11

Onverminderd de toepassing van de machtigingsvereiste onder de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, verzamelt de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid de identificatiegegevens, bedoeld in artikel 4, paragraaf 1, van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, met betrekking tot de natuurlijke personen die als eigenaar van een voertuig in de Kruispuntbank zijn geregistreerd.

Artikel 12

Onverminderd de toepassing van de machtigingsvereiste onder de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen, verzamelt de Kruispuntbank Ondernemingen de identificatiegegevens van de rechtspersonen die als eigenaar van een voertuig bij de Kruispuntbank, of als titularis van een inschrijving in het repertorium van de voertuigen, zijn geregistreerd.

Artikel 13

De Belgische Federatie van Voertuigen Verhuurders, verenigd in de VZW Renta of in een nader aan te duiden rechtspersoon, verzamelt volgende gegevens :

de identificatiegegevens van de natuurlijke of rechtspersoon die een voertuig dat het voorwerp uitmaakt van een huurovereenkomst afgesloten bij een van haar leden, op korte of lange termijn huurt;

de identificatiegegevens van de gebruikelijke bestuurder van een voertuig dat het voorwerp uitmaakt van een huurovereenkomst afgesloten bij een van haar leden, op korte of lange termijn.

Artikel 14

Informex NV verstrekt door middel van doorzending aan de beheersdienst de informatie over de status van de voertuigen, in het bijzonder zoals bedoeld in artikel 23sexies, paragraaf 1, 2°, d, en paragraaf 3, en in artikel 25 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, van de experten aangesteld door verzekeringsmaatschappijen, die gebruik maken van de Informexsoftware om het voertuig te kunnen identificeren en de schade te begroten.

Artikel 15

§ 1. De Federale Overheidsdienst Financiën, Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen, verstrekt volgende gegevens door middel van doorzending aan de beheersdienst :

de gegevens vermeld op het vignet, bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 27 december 1993 betreffende de verificatie van het regelmatig aanwezig zijn van motorrijtuigen voor wegvervoer;

de gegevens vermeld op het vignet waarmee de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen aan de DIV meedeelt dat het betreffende voertuig zich onder een vrijstellingsregeling van rechten bij invoer en btw of van de btw alleen bevindt, meer bepaald onder de regeling tijdelijke invoer of onder een diplomatieke of daarmee gelijkgestelde regeling, overeenkomstig artikel 10 van het koninklijk besluit van 27 december 1993 betreffende de verificatie van het regelmatig aanwezig zijn van motorrijtuigen voor wegvervoer.

§ 2. In afwijking op paragraaf 1, 1°, verwerkt de rechtspersoon die een voertuig invoert, intracommunautair verwerft, intracommunautair overbrengt of produceert, als hij beschikt over een zgn. vergunning van de groep A+, verleend op grond van het ministerieel besluit van 18 maart 2003 dat de afgiftemodaliteiten bepaalt van de vergunningen die de importeurs, monteurs of bouwers van motorrijtuigen voor wegvervoer machtigen om zelf de vignetten op te stellen of de signalen door te zenden als bewijs van het regelmatig aanwezig zijn van motorrijtuigen voor wegvervoer, in de gevallen waarin hij zijn vergunning mag gebruiken, de gegevens die moeten opgenomen zijn in het signaal bedoeld in bovenvermeld ministerieel besluit. In die zin verstrekt deze rechtspersoon deze gegevens door middel van doorzending aan de beheersdienst, vóór de eerste eigendomsoverdracht en vóór de eerste inschrijving.

Artikel 16

De Federale Overheidsdienst Financiën, Algemene Administratie van de Fiscaliteit, verstrekt het elektronisch signaal dat een bevestiging is van de verklaringen bedoeld in de artikelen 9.2.1, 9.3.1, 16.2.1 of 16.3.1, van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 tot regeling van de inschrijving van de commerciële platen voor motorvoertuigen en aanhangwagens door middel van doorzending aan de beheersdienst.

Artikel 17

De politiedienst verstrekt de seiningen verricht door de Belgische politie van chassisnummers, kentekenplaten en inschrijvingsbewijzen van gezochte voertuigen door middel van doorzending aan de beheersdienst.

Artikel 18

De verstrekking door middel van doorzending bedoeld in artikel 14 en artikel 15, paragraaf 1, 1° en paragraaf 2, en in de artikelen 16 en 17, gebeurt onder elektronische vorm naar een gecomputeriseerd gegevensbestand.

De verstrekking door middel van doorzending bedoeld in artikel 15, paragraaf 1, 2°, gebeurt door middel van een ingevuld vignet dat op de aanvraag om inschrijving van een voertuig wordt gekleefd.

HOOFDSTUK VI. — Regels betreffende de toegang tot de Kruispuntbank

Artikel 19

Iedere toegang tot andere gegevens dan deze vermeld in artikel 16 van de wet, via de Kruispuntbank dient eerst aangevraagd te worden bij de beheersdienst, door de diensten, de natuurlijke en rechtspersonen.

Artikel 20

§ 1. Indien toegang wordt gevraagd tot de in artikel 7, lid 2, 2°, van de wet opgenomen technische specificaties, bevat de aanvraag minimaal volgende informatie :

de gegevens waarvoor toegang wordt gevraagd;

de benaming en het adres van de aanvrager;

een algemene omschrijving van de opdrachten en wettelijke of reglementaire verplichtingen in het kader waarvan de toegang tot de in artikel 7, lid 2, 2°, van de wet opgenomen technische specificaties van de voertuigen, gevraagd wordt;

de aard van de gewenste toegang of communicatie;

de identificatiegegevens van de persoon of de personen die door de dienst, de natuurlijke persoon of de rechtspersoon worden aangesteld als beheerder van de betreffende toepassing of verbinding.

§ 2. Indien toegang wordt gevraagd tot andere gegevens dan deze zoals vermeld in artikel 7, lid 2, 2°, van de wet, bevat de aanvraag, naast de in paragraaf 1, 1°, 2° en 4°, bedoelde informatie, volgende bijkomende vermeldingen :

een gedetailleerde beschrijving van de opdrachten en wettelijke of reglementaire verplichtingen waarvoor toegang tot deze gegevens wordt gevraagd;

de identiteit van de verantwoordelijke inzake informatieveiligheid en bescherming van de persoonlijke levenssfeer bedoeld in artikel 28 van de wet;

in voorkomend geval een verwijzing naar de voorafgaande machtiging van het Sectoraal Comité.

Artikel 21

Iedere aanvraag ingediend om een machtiging te verkrijgen met toepassing van artikel 18, § 1, van de wet wordt door de beheersdienst zonder verwijl doorgestuurd naar het Sectoraal Comité.

Artikel 22

Vooraleer effectief toegang wordt verleend, legt de beheersdienst de op grond van artikel 20 ingediende aanvraag voor aan de gegevensleverancier van de gegevens waartoe toegang wordt gevraagd, om deze laatste de mogelijkheid te bieden eventuele bezwaren op te werpen tegen het verlenen van toegang.

Indien de gegevensleverancier bezwaren heeft, weigert de beheersdienst toegang tot de gevraagde gegevens.

Artikel 23

De beheerdienst sluit met elke aanvrager een onderlinge protocolovereenkomst waarin de nadere praktische modaliteiten van ondermeer de verwerking van persoonsgegevens worden vastgelegd.

In uitzondering op hetgeen is bepaald in het eerste lid, dienen geen protocolovereenkomsten te worden afgesloten met de buitenlandse nationale contactpunten voor de gegevensuitwisselingen zoals bedoeld in artikel 4, 8°.

Artikel 24

De met toepassing van artikel 18, § 1, van de wet verkregen gegevens van de Kruispuntbank mogen uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor op grond van artikel 18, § 1, van de wet machtiging werd verleend.

Artikel 25

De via de kruispuntbank verkregen persoonsgegevens mogen niet worden gebruikt voor doeleinden van 'direct marketing'.

Artikel 26

Iedere aanvrager is verantwoordelijk voor het beheer van de toegangs-, invoer-, wijzigings- en annulatierechten, die hij toekent aan de gebruikers die hij aanduidt in het kader van de door hem ingediende aanvraag.

Iedere aanvrager moet eveneens alle noodzakelijke maatregelen nemen om de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de gegevens te waarborgen waartoe ze toegang hebben.

Artikel 27

De beheersdienst is ermee belast een register te houden waarin alle machtigingen overeenkomstig artikel 18, § 1, van de wet en alle hiermee overeenstemmende protocolovereenkomsten overeenkomstig artikel 23, worden vermeld. Dit register wordt door de beheersdienst toegankelijk gemaakt voor het publiek.

Artikel 28

De beheersdienst voert op geregelde tijdstippen steekproeven uit om na te gaan of de aanvrager de verplichtingen vermeld in de artikelen 23, 24, 25 en 26, nakomt en om erop toe te zien dat de aanvrager de voorwaarden van de machtiging en de protocolovereenkomst respecteert.

Artikel 29

De puur technische toegang tot de Kruispuntbank wordt georganiseerd volgens de nadere modaliteiten bepaald door de beheersdienst.

HOOFDSTUK VII. — Technische en organisatorische maatregelen

Artikel 30

Het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer beheert de Kruispuntbank.

Artikel 31

Een coördinatiecomité wordt opgericht om aan de beheersdienst elk initiatief voor te stellen dat van aard is om het gebruik van de Kruispuntbank en de naleving van de reglementering betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, te bevorderen en de samenwerking binnen het netwerk te verbeteren.

Het kan in zijn schoot werkgroepen oprichten waaraan het bijzondere opdrachten toevertrouwt.

Artikel 32

§ 1. Het voorzitterschap van het coördinatiecomité wordt waargenomen door de Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid.

Het ondervoorzitterschap wordt waargenomen door de Directeur van de Directie Inschrijvingen en Homologaties Voertuigen bij het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid.

In geval beide in dit artikel bedoelde vertegenwoordigers samen verhinderd zijn en indien het coördinatiecomité desondanks genoodzaakt is te zetelen, duiden zij de vertegenwoordiger aan die het interim voorzitterschap zal waarnemen.

§ 2. Naast haar voorzitter en ondervoorzitter is het coördinatiecomité samengesteld uit volgende effectieve leden :

één vertegenwoordiger per dienst die werd aangeduid op grond van artikel 14 van de wet;

één vertegenwoordiger per natuurlijke of rechtspersoon die werd aangeduid op grond van artikel 13 van de wet;

een lid dat de Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging vertegenwoordigt.

Artikel 33

Het coördinatiecomité wordt bijgestaan door een secretaris, aangewezen onder het personeel van de beheersdienst.

Artikel 34

Het coördinatiecomité kan, wanneer zij dat nuttig acht, vertegenwoordigers van andere beleidsniveaus, andere diensten of andere natuurlijke of rechtspersonen uitnodigen.

Artikel 35

Het coördinatiecomité brengt haar initiatieven uit in de vorm van de notulen van de vergadering, ondertekend door de voorzitter van de vergadering en de secretaris, waarin het standpunt van elk lid is opgenomen.

Artikel 36

De deelneming aan de werkzaamheden van het coördinatiecomité is onbezoldigd.

Artikel 37

Het coördinatiecomité stelt een huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring voor aan de beheersdienst.

Artikel 38

De werkingskosten van het coördinatiecomité alsook van zijn secretariaat komen op de begroting van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.

HOOFDSTUK VIII. — De regels betreffende de registratie van het voertuig

Afdeling I. — Fabrikant met productie-eenheid gelegen op Belgisch grondgebied

Artikel 39

De in artikel 30, eerste lid, van de wet bedoelde fabrikant geeft per voertuig de gegevens vermeld in artikel 7, eerste lid en tweede lid, van de wet door aan de beheersdienst.

De in het eerste lid bedoelde gegevensoverdracht gebeurt onder elektronische vorm naar een gecomputeriseerd gegevensbestand van zodra bekend is dat het voertuig bestemd is voor de Belgische markt en in elk geval vóór de eerste eigendomsoverdracht en vóór de eerste inschrijving.

Afdeling II. — Invoer, intracommunautaire verwerving en intracommunautaire overbrenging

Artikel 40

§ 1. De rechtspersoon die een niet gekend voertuig, dat beschikt over een Europese typegoedkeuring of een Belgische nationale goedkeuring, invoert, intracommunautair verwerft of intracommunautair overbrengt met het uitsluitend oogmerk deze door te verkopen of door te voeren, is verplicht de gegevens vermeld in artikel 7, eerste lid en tweede lid, van de wet, door te geven aan de beheersdienst.

De in het eerste lid bedoelde gegevensoverdracht gebeurt onder elektronische vorm naar een gecomputeriseerd gegevensbestand vóór de eerste eigendomsoverdracht en vóór de eerste inschrijving.

§ 2. Indien het niet gekend voertuig, dat beschikt over een Europese typegoedkeuring of een Belgische nationale goedkeuring, wordt ingevoerd, intracommunautair verworven of intracommunautair overgebracht door een rechtspersoon zonder het oogmerk het voertuig door te verkopen of door te voeren, of door een natuurlijke persoon al dan niet met oogmerk dit door te verkopen of door te voeren, moeten de gegevens vermeld in artikel 7, eerste lid en tweede lid, van de wet door deze worden doorgegeven aan de beheersdienst, op het ogenblik dat het voertuig wordt ingeschreven in het repertorium van de voertuigen bedoeld in artikel 6 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen.

Deze gegevens worden gelijktijdig met de inschrijving in het repertorium van de voertuigen geregistreerd in de Kruispuntbank.

§ 3. Beschikt het niet gekend voertuig niet over een Europese typegoedkeuring of een Belgische nationale goedkeuring, dan worden deze gegevens doorgegeven door de Directie Inschrijvingen en Homologaties Voertuigen van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, op het ogenblik dat de Directie Inschrijvingen en Homologaties Voertuigen goedkeuring verleent voor het betreffende voertuig.

Artikel 41

§ 1. De rechtspersoon die een gekend voertuig, dat beschikt over een Europese typegoedkeuring of een Belgische nationale goedkeuring, invoert, intracommunautair verwerft of intracommunautair overbrengt met het uitsluitend oogmerk deze door te verkopen of door te voeren, is verplicht de gegevens vermeld in artikel 7, eerste lid en tweede lid, van de wet, door te geven aan de beheersdienst.

De in het eerste lid bedoelde gegevensoverdracht gebeurt onder elektronische vorm naar een gecomputeriseerd gegevensbestand vóór de eerste eigendomsoverdracht en vóór de inschrijving.

§ 2. Indien het gekend voertuig, dat beschikt over een Europese typegoedkeuring of een Belgische nationale goedkeuring, wordt ingevoerd, intracommunautair verworven of intracommunautair overgebracht door een rechtspersoon zonder het oogmerk het voertuig door te verkopen of door te voeren, of door een natuurlijke persoon al dan niet met oogmerk dit door te verkopen of door te voeren, moeten de gegevens vermeld in artikel 7, eerste lid en tweede lid, van de wet door deze worden doorgegeven aan de beheersdienst, op het ogenblik dat het voertuig wordt ingeschreven in het repertorium van de voertuigen bedoeld in artikel 6 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen.

Deze gegevens worden gelijktijdig met de inschrijving in het repertorium van de voertuigen geregistreerd in de Kruispuntbank.

§ 3. Indien het gekend voertuig echter niet beschikt over een gelijkvormigheidsattest of certificaat van overeenstemming, maar wel over een Europese typegoedkeuring of een Belgische nationale goedkeuring, volstaat het de daarmee overstemmende gegevens van het laatst afgeleverde inschrijvingsbewijs dat in overeenstemming is met Richtlijn 1999/37/EG van de Raad van 29 april 1999 inzake de kentekenbewijzen van motorvoertuigen, door te geven.

§ 4. Beschikt het gekend voertuig niet over een Europese typegoedkeuring of een Belgische nationale goedkeuring, dan worden deze gegevens doorgegeven door de Directie Inschrijvingen en Homologaties Voertuigen van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, op het ogenblik dat de Directie Inschrijvingen en Homologaties Voertuigen goedkeuring verleent voor het betreffende voertuig.

Artikel 42

De artikelen 40 en 41 zijn niet van toepassing indien het een voertuig betreft dat op grond van de bepalingen van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, of het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de bromfietsen, de motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen, niet dient te beschikken over een Europese typegoedkeuring of een Belgische nationale goedkeuring.

HOOFDSTUK IX. — Inwerkingtreding en slotbepalingen

Artikel 43

§ 1. De artikelen 1 tot 6, 8 tot 23, 24, paragrafen 1 en 2, 26 tot 29, 34 tot 36, en 39, van de wet treden in werking op de datum van inwerkingtreding van dit koninklijk besluit voor :

  • de voertuigen die op de datum van inwerkingtreding van dit koninklijk besluit ingeschreven zijn in het repertorium van de voertuigen bedoeld in artikel 6 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen;
  • de voertuigen bedoeld in artikel 1, 6°, van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen, met uitzondering van de voertuigen bedoeld in artikel 2, paragraaf 2, 1°, 3°, 4°, 5°, 6°, 7°, 8°, 9° en 10°, van voormeld koninklijk besluit van 20 juli 2001, bestemd om in België in het verkeer te worden gebracht in een situatie waarbij zij in België moeten worden ingeschreven of in een situatie waarbij het voertuig onder dekking van een commerciële kentekenplaat in België in het verkeer wordt gebracht.

§ 2. De artikelen 7, leden 1, 2 en 5, 30 en 37 van de wet treden in werking op 1 oktober 2015 voor :

  • de voertuigen die op datum van 1 oktober 2015 ingeschreven zijn in het repertorium van de voertuigen bedoeld in artikel 6 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen;
  • de voertuigen bedoeld in artikel 1, 6°, van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen, met uitzondering van de voertuigen bedoeld in artikel 2, paragraaf 2, 1°, 3°, 4°, 5°, 6°, 7°, 8°, 9° en 10°, van voormeld koninklijk besluit van 20 juli 2001, bestemd om in België in het verkeer te worden gebracht in een situatie waarbij zij in België moeten worden ingeschreven of in een situatie waarbij het voertuig onder dekking van een commerciële kentekenplaat in België in het verkeer wordt gebracht.
Artikel 44

De bepalingen van de artikelen 24, paragraaf 3, 25, en 33 van de wet treden in werking op 1 oktober 2015 voor de voertuigen bedoeld in artikel 43, paragraaf 2, maar enkel voor wat betreft de registratie in de Kruispuntbank.

Artikel 45

Dit besluit treedt in werking 10 dagen na de publicatie in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van de artikelen 39 tot en met 42, die in werking treden op 1 oktober 2015.

Artikel 46

Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Economie, Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Onze Minister van Middenstand, K.M.O.'s, Zelfstandigen en Landbouw en Onze Staatssecretaris voor Mobiliteit, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Bijlage – de gegevens die het voorwerp uitmaken van de gegevensuitwisselingen als bedoeld in artikel 4, 8°

Deel 1

Deel 2Deel 3