Wijzigingen aan de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer

Tot nu toe kon of moest de rechter, wanneer een bestuurder een verval van het recht tot sturen opgelegd kreeg, afhankelijk van het geval, het herstel daarvan afhankelijk maken van het slagen voor een of meer examens (theoretisch/praktisch/psychologisch/medisch).

Voortaan kan de rechter de theorie- en praktijkexamens vervangen door een herinschakelingscursus of een aanvullende cursus opleggen.

Voortaan kan de rechter het theoretisch of het praktisch examen vervangen door het volgen van een herstelopleiding of deze opleiding bijkomend opleggen.

Deze verandering is gebaseerd op een essentiële vaststelling: het begaan van een overtreding is niet altijd gekoppeld aan een gebrek aan kennis van de verkeersregels of een gebrek aan technische beheersing van een voertuig. Gevaarlijk rijgedrag is vaak het gevolg van een houding die gecorrigeerd moet worden. De aangeboden opleidingen zijn er precies op gericht om deze attitudes te beïnvloeden en het educatieve karakter van de sancties te versterken. Door de kansen op een blijvende gedragsverandering te maximaliseren, moeten deze cursussen helpen om het risico op herhaalde overtredingen te verminderen en de verkeersveiligheid te verbeteren.

Links:

• Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer
• Wijzigingswet van 16 mei 2024
• Parlementair document 55K3967